Roel belde mij vandaag met de mededeling dat op de ons bekende wilg in het Vondelpark de zwavelzwammen weer in eetbare vorm aan de stam zaten. De onderste waren al door medekenners geoogst, maar hoog in de boom zaten toch nog een paar mooie grote! Hij zou een ladder meenemen. En dan zou ik m’n fototoestel meenemen om verscholen achter een andere boom de niet geoorloofde handelingen van Roel vast te leggen. De enige foto die ik kon maken was die met z’n ene voet op de onderste trede. Verder kwam hij niet, want hij durfde niet, heeft hoogtevrees, zei hij mij bedeesd….. Dus toen ging ik maar (met politievrees) de ladder op.
Zwavelzwammen groeien niet alleen in het najaar, maar ook nu in het voorjaar. Een geliefde stek is de wilg. De naam is niet erg aanlokkelijk, maar de smaak (met de name de reuk) is zeer verleidelijk.
Snijd er satéblokjes van, besprenkel ze met olijfolie (eventueel met knoflook) en grill ze of bak ze om en om in de pan.
Pureer 150 gr geroosterde hazelnoten met 100 gr stukjes wit brood (zonder korst), 4 el hazelnotenolie (en als je die niet kan vinden zonnebloemolie), en een beetje van de 1 liter groentebouillon.
Fruit een klein uitje (fijngehakt) in beetje olie en voeg gepureerde massa toe. Dan de rest van de bouillon (heet!), 1 tl kaneelpoeder, 2 el honing, rasp en sap van een halve sinaasappel. Laat nog even pruttelen als het aan de kook is. Op smaak maken met selderijzout en pepersaus.
Experimenteer eens met gezoete gember en beetje rasp van limoen i.p.v. sinaasappel en honing.
Sandor Schiferli
