Iedere wandelaar die uit nieuwsgierigheid weleens sleepruimen heeft geproefd begrijpt heel goed waar de volksbenaming ’trekkebek’ vandaan komt. De vruchtjes zien er lekker uit (net bosbessen), maar zijn oneetbaar wrang én zuur. Dat probeer je geen tweede keer. Wat veel minder mensen weten, is dat zodra de vorst eroverheen is geweest, ze hun ware aard prijsgeven.
De vorst maakt ze zacht en zoet, en ineens heel lekker. Dat weten de vogels ook, want de kans is groot dat die ze ophebben voordat jij erbij bent. Een slimme plukker plukt ze voordat ze verschrompeld zijn en laat er een kunstvorst overheen lopen in de vriezer.Het resultaat mag dan een stuk lekkerder zijn, om het puur tot compote te verwerken vind ik het persoonlijk nog wat heftig. Dat verschilt natuurlijk van boom tot boom, dus adviseer ik je om het in elk geval te proberen. Wie weet heb je geluk en heb je een boompje gevonden dat wat toegankelijkere vruchtjes geeft. In alle andere gevallen is het een heerlijk accent door de appelmoes of andere zoete inmaaksels of bij wild vlees.
Maar de meest bijzondere en lekkere manier om ze te verwerken is een uitvinding van Jean-Marie Dumaine, een Franse kok met een restaurant in Duitsland (www.vieux-sinzig.com) die zich helemaal toegelegd heeft op koken met wilde zaken. Eigenlijk doet de vergelijking met olijven ze tekort, want het heeft een hele ‘eigen’ smaak, het zoet/zuur fruitige met het zoute.
“Eifel Oliven”
- 900 g sleedoorns
- 400 g zeezout
- 1 kruidnagel
- 1 laurierblad
- 1 bosje tijm
- 1 l water
Water met zout en kruiden/specerijen opkoken. Laten afkoelen. Gewassen sleedoorns in een glazen (wek-)pot doen en met kruidenpekel bedekken. Pot sluiten/afdekken en de sleedoorns minstens vijf maanden laten trekken.
Sleedoorns afgieten en een dag laten drogen. In een glazen pot doen en met olijfolie bedekken. Koel bewaren. Dumaine doet bij de olie nog knoflook, muurpeper en chilipepertjes. Ik doe dat niet meer, omdat bij mij de knoflook wel eens is gaan schimmelen.
De zo ingemaakte sleedoorns behouden hun fruitige smaak. Ze zijn lekker in salades, meegekookt in bv. tomatensaus of als garnering op bv. een romige groentesoep. Pas op voor de stenen (pitjes)!
Hetzelfde recept gebruikt Dumaine ook voor het inmaken van kornoeljes.
Het recept is verkeerd overgenomen. Het is niet 500 gr. sleedoorns, maar 500 sleedoorns. Dus 500 bessen. Bij mij wegen die ongeveer 900 gr. Als je 500 gr. bessen neemt in plaats van een 900 gr of een kilo, dan heb je dus maar de heflt genomen van het aantal bessen dat het recept eigenlijk voorschrijft. Vandaar dat ze inderdaad erg zout kunnen uitvallen. Reactie van Roel: Dankjewel Frederieke voor je waardevolle reactie. Ik heb inmiddels het recept aangepast.
Het recept is inderdaad aangepast, maar ook veranderd zie ik. Ik had vorig jaar de oude variant gemaakt, dus alleen in de pekel. Ik had ze ook eerst in de vriezer gedaan. Het viel me erg tegen, papperig en zout. Misschien ga ik ze in september nog een kans geven met dit nieuwe recept.
Invriezen is inderdaad geen goed idee. Ik ga dit jaar proberen om ze te fermenteren. Dat is met minder zout.
Pingback: Kornoelje | Oogsten Zonder Zaaien