Distel

Uit Wildpluk wiki

Taxonomische indeling

  • Rijk: Plantae (Planten)
  • Stam: Embryophyta (Landplanten)
  • Klasse: Spermatopsida (Zaadplanten)
  • Clade: Bedektzadigen
  • Clade: 'nieuwe' Tweezaadlobbigen
  • Clade: Campanuliden
  • Orde: Asterales
  • Familie: Asteraceae (Compositae of Composietenfamilie)
  • Onderfamilie: Cichorioideae
  • Geslachtengroep: Cardueae
  • Geslacht: Carduus


Botanisch gezien zijn distels planten van het geslacht Carduus. Het zijn stekelige planten met bloemen in hoofdjes, omgeven door puntige omwindselblaadjes. De kleur is meestal rood tot paars, soms lila of wit. De vruchtjes aan de top zijn voorzien van vruchtpluis (distelpluis). Het is een tweejarige plant: in het eerste jaar vormen zich de wortel en het bladrozet; in het tweede jaar ontwikkelen zich de bloemen en vruchten.


Soorten in Nederland en België

  • Tengere distel (Carduus tenuiflorus), rode lijst!
  • Kruldistel (Carduus crispus)
  • Knikkende distel (Carduus nutans)
  • Langstekelige distel (Carduus acanthoïdes)


Andere "distels"

Ook veel samengesteldbloemigen van andere geslachten dan Carduus worden in het spraakgebruik distels genoemd; veel hebben ook een soortnaam die eindigt op distel; bijvoorbeeld die van het geslacht Cirsium (de vederdistels) en Sonchus (de melkdistels) en Onopordum acanthium (de wegdistel). Verder het vermelden waard zijn twee andere distelachtige uit de geslachtengroep Cardueae van het geslacht Cynara, de artisjok (Cynara scolymus) en haar wilde broertje, de kardoen (Cynara cardunculus).


Kruldistel

Van de echte distels ben ik alleen de carduus crispus, kruldistel, tegengekomen in mijn boeken over eetbare wilde planten. Zie Eetbare wilde planten, 200 soorten herkennen en gebruiken van Steffen Guido Fleischhauer, Jürgen Guthmann en Roland Spiegelberger, blz 147. Overigens staat daar dat alle Europese distels op dezelfde manier zijn te verwerken. Het blad is eetbaar mits je de stekels afknipt, de stengels kun je geschild eten, rauw of gekookt, wortels van de plant in zijn eerste jaar kunnen rauw en gekookt verwerkt worden (gedroogd tot meel verwerken) en uit de zaden kan een waardevolle olie worden geperst.


Herkenbaarheid: Zie de afbeelding rechts van de kruldistel uit Eetbare wilde planten.


Voorkomen:

Ruigten, weg- en waterkanten, rivierdijken, bosranden op open, voedselrijke grond. Algemeen in Nederland en België, maar zeldzaam in veengebieden.


Smaak:

Rauwe bloemkool. De malse bladeren en de geschilde stengel doet enigszins aan witte kool denken.


Andere eetbare “distels”:


Geslacht cirsium (vederdistel)

  • C. arvense, akkerdistel
  • C. oleraceum, moesdistel B.K. 152 & eetb.w.pl. 146
  • C. palustre, kale jonker, A.C. 24
  • C. vulgare, speerdistel


Geslacht sonchus (melkdistel)

  • S. asper, gekroesde melkdistel, eetb.w.pl. 144, stengel & bladeren
  • S. arvensis, akkermelkdistel, jonge blaadjes is één van de lekkerste soorten wilde sla, gekookt als spinazie, recepten met de wortels kom je al in middeleeuwse boeken tegen
  • S, oleraceus, melkdistel, R.L. 96, afb. 72, B.K. 153, R.P. 55


Culinaire verwerking van distels

Zoals gezegd kun je de jonge bladeren heel goed eten mits je eventuele stekels wegknipt.

De jonge scheuten kun je schillen met een mesje en je houdt er een sappige selderij-achtige rauwkost aan over. Deze kan je weer op zuur zetten.

De bloemen kan je in room laten trekken voor ijs. 1 pond bloemen op 2 liter room 5 uur laten trekken. Vervolgens als basis gebruiken om ijs te draaien.

De bloemen kan je ook in suikerwater met citroen laten staan als je zou doen met vlierbloesem, vervolgens koken tot siroop. Let wel dat je het groen er dan wel afhaalt. Hier zitten bitterstoffen in.


Verzamelen: maart-mei