Botercollybia
Botercollybia
De botercollybia (Collybia butyracea ook wel Rhodocollybia buteracea) is een algemeen voorkomende plaatjeszwam die op het strooisel groeit in bossen, lanen en parken op zand- of leembodems. Het is een soort die het strooisel omzet, dus een saprotroof. Deze soort is goed bestand tegen de groeiende stikstofuitstoot. Er zijn twintig verschillende soorten collybia waaronder de eetbare en lekkere variëteiten: C. butyracea var asema die een grijze hoed heeft en C. butyracea var butyracea die veel minder voorkomt en roodbruin is. Andere soorten die er op lijken zijn de rossige collybia, die niet erg smakelijk is en de giftige bleke collybia, wel met een gidsje goed te onderscheiden.
Kenmerken en voorkomen
De gewone botercollybia is variabel van kleur: bruin-gelig, crème, roodbruin tot wit als hij is uitgedroogd. De gladde hoed heeft een doorsnee van 3-8 cm, is vettig en glibberig glanzend. De steel is taai en wollig, de steelvoet dik en opgeblazen. Onder de hoed staan de lamellen dicht opeen. Als de paddenstoel verbleekt ontstaan bovenop de hoed concentrische cirkels.
Gebruikstoepassingen
Een goede consumptiepaddenstoel. De stelen verwijderen want die zijn taai. De smaak is mild.
Leuke weetjes
De botercollybia lijkt op het eikenbladzwammetje, die ook eetbaar is, (Gymnopus dryophilus), maar is iets groter.
Recepten
Wie heeft een leuk recept?
Verzamelen: oktober-december