Mispel

Uit Wildpluk wiki
Versie door OZZ (overleg | bijdragen) op 21 jan 2018 om 15:09
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
mispelbloem

Mispel

Ook deze vruchtdragende soort is een lid van de uitgebreide rozenfamilie. De wetenschappelijk naam van de mispel - Mespilus germanica - is misleidend. Deze kleine boom komt van oorsprong uit Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië en niet uit Duitsland. De Grieken zorgden voor verspreiding over Zuid-Europa, waarna de Romeinen de boom meenamen naar de westelijke en meer noordelijk gelegen streken van Europa. Daarom spreekt men niet van inheems maar noemt men dergelijke soorten een archeofyt. Dat wil zeggen dat de soort zich voor het jaar 1500 met behulp van de mens hier heeft gevestigd. Momenteel is de wilde variant van de boom in ons land alleen in Twente, rond Winterswijk en in Zuid-Limburg te vinden.

rijpe en onrijpe vruchten

Kenmerken en voorkomen

Mispel is een boom die meestal niet hoger wordt dan vijf meter en vaak beperkt blijft tot de struikvorm. Het is een indicator van oud bos. Hij komt voor op arme grond die een beetje kalk bevat en vrij vochtig is. Hij staat in open bos, aan bosranden en in houtwallen. De grote alleenstaande bloemen bloeien slechts een korte periode in mei. De vijf stijlen zijn deels vergroeid. De vruchten die in de zomer verschijnen, dragen als een kroontje bovenop de restanten van de vijf kelkbladen. Zeker jonge bomen of struiken zijn bezet met doornen en zijn zacht behaard. De bladeren zijn van onderen behaard, hebben geen steel of hooguit een klein steeltje. Ze zijn ongedeeld en gaafrandig. Dit in tegenstelling tot de verwante meidoorn, waarmee ze van deze soort te onderscheiden zijn. De wilde mispel heeft kleinere bladeren en vruchten dan de gekweekte vormen. De grotere cultuurvorm bestaat sinds de 17e eeuw. De wilde soort is in de natuur slechts sporadisch te vinden, doorgaans slechts een enkel exemplaar. Verjonging en verspreiding gaat uiterst langzaam.

Japanse of Spaanse mispel

Gebruikstoepassingen

De drie centimeter grote vruchten zijn pas na gisting eetbaar. Het is een maandenlang proces voordat ze beurs zijn geworden. Vandaar het gezegde: ‘Zo rot als een mispel’. Daarom zijn ze pas vanaf november te eten. Ook door vorst worden de looistoffen afgebroken. Ze zijn rauw, gekookt of als compote lekker. Ook kan je er goed jam, siroop of een likeurtje van maken. Lekker met herfstachtige kruiden als steranijs, kaneel en of kruidnagel. Vroeger werden onrijpe vruchten aanbevolen bij buikloop en bloedvloeiingen. De bloemen zijn ook te gebruiken.

mispelvruchten

Leuke weetjes

De Japanse mispel (Eriobotrya japonica), ook wel bekend als nespole of loquat, groeit in de landen rond de Middellandse Zee. De heerlijke vruchten zijn oranje en gelig viltig behaard. Deze boom bloeit in de late herfst, zodat de vruchten al vroeg in het voorjaar rijp zijn. Ze zijn fris zuur en zeer kort houdbaar. Daarom worden ze alleen ter plekke gegeten en direct verwerkt.

Recept

Zoetzure mispels

Pluk 50 mispels. Dat mag ook voordat ze door de vorst gerijpt zijn. Kook 600 ml witte wijnazijn met 300 gram suiker en een verkruimeld kaneelstokje. Vul 8 schoongemaakt potten met ieder 5-6 mispels en 2 kruidnagels. Giet de kokende azijn over de mispels, vul de potten tot de rand. Zet de potten ondersteboven en laat ze afkoelen. Wegzetten op een donkere plaats. Na drie maanden zijn ze te gebruiken.

Uit: Ellen Mookhoek ea De eetbare stad


  • Bloem

Verzamelen: mei

  • Vrucht

Verzamelen: oktober-december