Teunisbloem

Uit Wildpluk wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Teunisbloem.jpg
Het geslacht Oenothera omvat in Nederland enkele soorten. De soorten vormen veel hybriden die niet altijd duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn. Over het algemeen is de grote teunisbloem (Oenothera glazioviana) goed te herkennen. Deze heeft rood getinte kelkbladen en rode knobbeltjes met haren aan de forse stengel. Bij een geopende bloem hangen de vier stempels uit de bloem. De middelste teunisbloem (O. biennis) heeft groene kelkbladen en weinig rode accenten op de stengel. Het blad is vlak.

In de duinen komt de duinteunisbloem (O. oakesiana) voor. Deze blijft over het algemeen veel lager dan de overige soorten. Voor de bloei hangt de bloeiwijze naar beneden. Het blad is grijsgroen met een witte of roze middennerf. Deze lijkt veel op de zandteunisbloem (O.deflexa) die een bloeiwijze heeft die rechtop staat, ook vóór de bloei.

De gestreepte teunisbloem (O. xfallax) is een hybride van de grote en de middelste teunisbloem. De kelk is rood gestreept. Het blad aan de stengel is niet vlak en aan de rand gerimpeld.

Kenmerken en voorkomen

Teunisbloem die knalgele bloemen heeft, behoort met wilgenroosje en de basterdwederik – beide met rose-lila bloemen - tot de familie van de teunisbloemen. De planten uit deze familie zijn te herkennen aan de lange smalle kelkbuis onderaan de bloemen. Een teunisbloem heeft open grond nodig om te ontkiemen. De plant is tweejarig. In het eerste jaar ontstaat een wortel met bladrozet waarmee de plant de winter doorkomt. In de zomer daarna schiet de stengel omhoog en gaat hij bloeien. In de herfst tot het vroege voorjaar kan de wortel geoogst worden zolang de stengel nog niet is gaan groeien. Je kan dan de plant vooral herkennen aan de roze aanzet van de wortel. Na de bloei sterft de plant af. Sinds 1990 is de grote teunisbloem vrijwel in heel Nederland te vinden behalve op de zware kleigronden. De verspreiding van de overige drie soorten is minder algemeen. Deze komen voor op minder voedselrijke bodem en zijn te vinden in niet-voedselrijke bermen, langs spoorlijnen, havengebieden en op industrieterreinen.

De bloemen zijn doorgaans al voor het opengaan in de knop bestoven. Toch trekken ze met hun geur en aanlokkelijke kroonbladen allerlei insecten aan.

Gebruikstoepassingen

Jonge bladeren en stengels kun je eten als groente. De éénjarige wortels kun je schillen, in stukken snijden en vervolgens 10 minuten
De wortel met het bladrozet. Foto Johan Kleijn
koken. De wortels zijn bovenaan vaak fel roze, na bereiding wordt de hele wortel licht roze. Op Internet beweren verschillende bronnen dat de wortel naar ham zou smaken. Dat komt waarschijnlijk door de Franse naam "jambon végétal" (vegetarische ham). Die naam is echter gebaseerd op de lichtroze kleur na koken, niet op de smaak of de structuur. Maar lekker en voedzaam is het wel. Het is een bron van koolhydraten. Lekker in stamppotten, stoofschotels, of als soepgroente. Ook bakken of wokken is lekker. Rauwe stukjes wortel smaken een beetje naar radijs en hebben een vrij pittige nasmaak (na verhitting neemt de scherpte af). Kleine stukjes rauwe teunisbloemwortel zijn lekker in een salade. De zaden kunnen een knapperig accent geven aan een salade. Schudt ze daarvoor uit de zaaddozen. De bloemen zijn als decoratie te gebruiken

Leuke weetjes

Je moet op een zomeravond tegen schemering eens naast zo’n plant gaan zitten en beleven dat de bloemen opengaan. Het is een schitterend schouwspel om te zien hoe eerst een naad van de knop openscheurt. Dat zorgt ervoor dat een van de knalgele bloemblaadjes eruit gaat hangen. Het duurt een kwartiertje voordat heel langzaam de rest van de bloem open rolt. De bloemblaadjes zitten als het ware opgerold in de knop. En dan ineens is de bloem helemaal open. Ze verspreiden ’s nachts een heerlijke geur die de nachtbrakers onder de insecten aanlokt. De volgende morgen hangt die prachtige bloem enigszins verwelkt neer. Maar niet getreurd: er staan alweer nieuwe bloemen te popelen om de volgende avond open te gaan. Aan iedere zijtak komt elke dag een nieuwe bloem tevoorschijn. Dit zal doorgaan tot het te koud wordt. Soms zie je tot in november bloemen aan de teunisbloem. De vruchten springen van boven open en vormen zo een bekertje met zaden. In de wintermaanden worden die veelvuldig door mezen bezocht. Laat de uitgebloeide bloemen en zaden tot het volgende voorjaar aan de plant zitten.

Informatie van de hier vermelde link is gebruikt bij het maken van dit artikel. Daar is nog wat meer informatie te vinden: [1]

RECEPT

Kappertjes van bloemknoppen

  • 3 cups bloemknopjes
  • 3 laurierblaadjes
  • 1/2 theelepel gekneusde pimentkorrels
  • 3 dl witte wijnazijn
  • 2 dl water
  • eventueel wat citroenschil of citroengras
  • 1 theelepel gekneusde peperkorrels
  • 1/2 theelepel suiker
  • 1 theelepel zout
  • 2 sjalotjes in ringen gesneden

Kook de azijn met de andere ingrediënten behalve de sjalotjes en laat 10 minuten trekken. Zeef de azijn en proef of de balans van zuur en zout aangenaam is. Zet weer op het vuur en voeg de sjalotjes toe. Laat een paar minuten pruttelen en voeg de bloemknopjes toe en laat weer een paar minuten pruttelen. Vul de potjes met de bloemknoppen en giet de kokend hete vloeistof erop zodat alles onder staat. Sluit de potjes en zet 10 minuten bij 90 graden in de oven.


Jong blad en stengels.

Verzamelen: april-mei


Bloemen.

Verzamelen: juni-juli


Éénjarige wortels.

Verzamelen: oktober-januari