Roos

Uit Wildpluk wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Duinroos, foto Wies Teepe

Plaats in het plantenrijk

De roos is een geslacht bloemplanten (geslacht Rosa L.) binnen de rozenfamilie (familie Rosacea). Andere eetbare geslachten binnen de rozenfamilie zijn onder andere moerasspirea, braam, bosaardbei, peer, appel, mispel en pruim. Zie aldaar.

Voorkomen

In Nederland zijn ongeveer 6 wilde soorten rozen en daarnaast nog eens 6 soorten die oorspronkelijk als tuinplant vanuit Midden- of Zuid-Europa, Azië of Amerika naar ons land zijn gekomen, verwilderd zijn en inmiddels tot de inheemse flora behoren. Van deze wilde soorten zijn de hondsroos (Rosa canina), de egelantier (Rosa rubiginosa) en duinroos (Rosa pimpinellifolia) de bekendste. De bekendste tamme soort is de rimpelroos of bottelroos(Rosa rugosa). Dit viertal is ook het meest geschikt om te eten.

Daarnaast is er een veelheid aan gekweekte soorten en variëteiten rozen; het eten daarvan wordt met klem ontraden vanwege de giftige stoffen die gebruikt worden bij de gangbare teelt, herbiciden, insecticiden en fungiciden. Een aantal vrij zeldzame inheemse soorten worden ook gekweekt en aangeplant, zoals de egelantier en de viltroos.

Rimpelroos, foto Wies Teepe

Kenmerken

Stekels op de takken en stengels, vaak ook op de bladstelen en de bladeren. Bladeren samengesteld. Kelkbladeren meestal 5, kroonbladeren meestal 5, veel meeldraden. Kroonbladeren hebben een aangename geur. De nootachtige vruchtjes zitten in een vlezige, holle, vaak gekleurde en flesvormige bloembodem, de rozebottel genaamd.

Oogsttijd

Bloeitijd van de hondsroos en de rimpelroos is: juni-juli; de egelantier en de duinroos bloeien langer, van juni-augustus. De bottels zijn in de herfst rijp. Ze zijn lekker én gezond, want ze bevatten veel vitamine C, en daarnaast ook vitamines A, B1, B2 en voedingsvezels.

Rozenbottels van de rimpelroos

Eetbare delen

De bloemblaadjes en de rozebottels. Als je iets wilt bereiden van de bloemblaadjes is de rimpelroos het meest geschikt omdat deze vaak in de grootste aantallen voorkomt. Ook van de egelantier en hondsroos zijn de bloemblaadjes goed bruikbaar, als er genoeg staat. Dit uitgaande van de plukregel: maximaal 1% plukken van wat er staat. De rozebottels van de rimpelroos zijn het minste werk, omdat deze bottel het vlezigste is, maar de hondsroos is ook heel geschikt. De bottels van de duinroos hebben een fantastische kleur dieprood-paars. Slechts enkele bottels maken een duindoornjam mooi oranjeroze.

Recepten

Drie rozen-recepten van Wies Teepe:

Rimpelroosgelei

Rimpelroosgelei, foto Wies Teepe
Pluk de bloemblaadjes van 20 bloemen. Breng bloemblaadjes in een halve liter water aan de kook. Zodra het kookt, vuur uit en met deksel erop enkele uren laten staan. Zeef de bloemblaadjes eruit, die hebben hun geur, kleur en smaak afgegeven. Kook met geleisuiker halfzoet en doe in de potten.

Rozenbottelpuree

Pluk 50 bottels van de hondsroos en/of de rimpelroos en/of de duinroos. Kies de tamelijk rijpe exemplaren; die herken je aan de mooie rode kleur terwijl ze toch nog vrij stevig zijn. Snij met een mesje doormidden en schep met een theelepeltje de pitjes eruit. Kook daarna met 100 gram water kook op een zacht pitje tot ze zacht zijn. Pureer met een blender of pureestamper tot een egale massa. Kook met geleidsuiker halfzoet en doe in potten. Je kunt de bottels ook met pit en al koken, maar dan moet je de gepureerde massa heel goed zeven, door een fijnmazige doek, en dan liefst dubbel. Want op elk pitje zitten haartjes die niet verteerd worden en jeuken. Die geven de rozebottels de bijnaam kontekrabbers

Rozenbottelthee

Pluk de bottels van hondsroos, rimpelroos, egelantier en/of duinroos. Plet ze met een hamer en laat ze drogen, bijvoorbeeld in een oven van niet warmer dan 45 à 50 graden Celsius of in een bakje op de verwarming. Bewaren in papieren zakken. Thee zeker 15 minuten laten trekken. Lekker zonder toevoegingen, of met wat sinaasappel of citroen, zowel schil als sap.

Tip:

Voor de verwerking van rozenbottels worden de pitjes en haren meestal verwijderd omdat de pitjes bitter smaken. Hierbij is het verstandig handschoenen aan te doen want de haren kunnen jeuk veroorzaken.

Culinaire tips:

Maal rozenblaadjes fijn met wat citroensap (helpt tegen verkleuren) en wat poedersuiker. Vries voor later gebruik in om te verwerken tot rozenijs of -room.

Voeg wat blaadjes toe aan aardbeien- of frambozenjam. In appelgerechten doen ze het ook zeer goed.

Geef boter een apart aroma door de blaadjes een dag met de boter te laten trekken. Neem hiervoor een goede kluit boter die je in een kaasdoek met een dikke laag blaadjes bedekt.

Een leuk boekje met veel recepten en wetenswaardigheden is: Rozen om op te eten van Arnoldine Vergeldt-Christians, Uitgeverij Tirion. ISBN: 90.5121.786.2