Champignons
Agaricus
We kennen allemaal de champignons die je in de winkel koopt. Die is ook wel in het wild te vinden en wordt dan de gekweekte champignon genoemd, what's in a name?. Er zijn meerdere soorten in het geslacht Agaricus. De straatchampignon, weidechampignon, schubbige boschampignon en gewone anijschampignon zijn allemaal goede consumptiepaddestoelen en komen algemeen of vrij algemeen voor.
Kenmerken
Het zijn in hoofdzaak vlezige paddenstoelen. De hoed kan kaal of geschubd zijn. De lamellen zijn vrij van de steel en zijn jong roze en verkleuren, naarmate de paddenstoel ouder wordt, naar donkerbruin. De steel heeft vaak een ring.
Waarschuwing
De meeste champignons zijn eetbaar maar pas op voor de karbol-, parelhoen- en hazelhoenchampignon. Ze zijn te herkennen aan hun onaangename chemische geur (carbol) alhoewel die niet altijd even sterk te ruiken is. Het vruchtvlees verkleurt geel bij druk. Bij bakken komt de geur sterker vrij. Raadpleeg een paddenstoelgids om meer determinatiekenmerken te vinden. Jonge amenieten kunnen worden aangezien voor jonge champignons. Pluk daarom nooit jonge exemplaren als de lamellen niet overtuigend roze gekleurd zijn. In een veld vol met champignons zou één amaniet uw dood kunnen zijn als u niet altijd zorgvuldig plukt.