Papegaaienkruid
Papegaaienkruid
Papegaaienkruid ofwel Amaranthus retroflexus moet het niet van zijn bloemen hebben om op te vallen. Bovenaan de plant staan de onopvallende witgroene bloemen bijeen in een dichte pluim. De bloeiwijze bestaat voornamelijk uit vrouwelijke bloemen, bovenin zitten enkele mannelijke bloempjes. Tussen de bloemen zijn stekelige schutbladen te voelen. Deze soort hoort thuis in de familie van de Amaranten (Amaranthaceae). In de laatste druk van de Heukels-flora die is opgebouwd met behulp van DNA-onderzoek, is deze familie veel omvangrijker dan daarvoor. Nu horen een aantal voedingsgewassen hiertoe zoals spinazie, biet, quinoa, zeekraal en verschillende soorten bieten. Verder enkele zouttolerante soorten, en ook alle meldes en ganzenvoeten. Allemaal planten die meestal niet voor de sier worden gekweekt maar overal voorkomen vooral op ruige plaatsen. Zeker op de juiste standplaats wordt papegaaienkruid hoog, 1,5 meter kan hij halen. Zo’n groot exemplaar levert heel veel zwarte zaden voor weer nieuwe planten.
Voorkomen
Papegaaienkruid is op allerlei plaatsen te vinden zoals bermen, ruige plaatsen, op industrieterreinen en langs spoorwegen. In Nederland is het kruid weinig in de noordelijke provincies te vinden, voor het overige is het algemeen voorkomend. Verwarring met andere soorten is zeker mogelijk. Andere familieleden hebben net zo’n pluim, hoewel gekweekte soorten als de kattenstaartamarant een rode pluim draagt. De zwarte gladde ronde zaden kunnen vijf jaar hun kiemkracht behouden en zich makkelijk verspreiden. Zeker als er in tuinen met vogelvoer wordt gemorst. In de 19e eeuw is deze van oorsprong Noord-Amerikaanse soort naar Europa gekomen om als groenten te worden gebruikt. Dit is niet algemeen geworden.
Gebruik
Papegaaienkruid werd door de Indianen als voedsel en als medicatie gebruikt. In India kent met het gerecht thoran, een bijgerecht van fijngehakte groenten en fruit waaraan naast chilipeper, look en kokos het blad van amarant wordt toegevoegd.
Leuke weetjes
Van de bloemen van de rode amarant-soorten wordt een roodpaarse kleurstof gemaakt en als E 123 toegevoegd aan rode wijnen, andere alcoholische dranken en vis. Verder zit het in hoestdranken en zalven. Vaak is het synthetisch gefabriceerd. Door de lokale Zuid-Amerikaanse boeren is de opmars van quinoa, een andere amarant-soort, in de westerse keuken niet meer bij te houden. Gevolg is dat de prijs enorm gestegen is en de boeren zelf goedkope rijst moeten kopen. Een alternatief is het eten van amarant, dat in hier in de supermarkt te koop is. Dat is echter ook niet in grote hoeveelheden voorradig. Daarom zijn er ook in Nederland inmiddels proefvelden om deze gewassen lokaal te kunnen verbouwen.
Recept
- Spruiten > Sa
- Jong blad & stengel > Gr
Verzamelen: april-mei
- Zaden > Ml
Verzamelen: oktober-november