Meidoorn

Uit Wildpluk wiki
Versie door Michiel (overleg | bijdragen) op 30 mrt 2016 om 15:15

De meidoorn (Crataegus monogyna) groeit met doornige takken meestal als struik, maar kan als boom wel zo’n zes meter hoog worden. Groeit langs bosranden, in duinen, bermen en wordt veel aangeplant als of in hagen. Laat zich goed snoeien in haagvormen. Bij achterwege laten van het snoeien ontstaan stammetjes met een brede grote kroon en een dichte wirwar van stekelige takken. Sinds duizenden jaren groeit de meidoorn in de hele Lage Landen en wordt ook wel de witte doorn, haagappel of haagdoorn genoemd. De meidoorn werd vaak gebruikt als beschermheg, al dan niet in gevlochten, rond weides en akkers (vaak in combinatie met de sleedoorn): om vee binnen (de weide) of juist buiten (de akker, moestuin of boomgaard) te houden. Meidoornhagen bieden onderdak aan ontelbare vlinders, zangvogels, konijnen en dassen. In april verschijnen de hele jonge blaadjes, van mei tot juni de roomwitte bloemetjes en in augustus, september zijn de rode tot donkerrode bessen rijp. Zowel de jonge blaadjes, de bloesems als de bessen zijn te eten.

De tweesteilige meidoorn (Crataegus Laevigata) onderscheidt zich van de eensteilige meidoorn door minder ingesneden bladeren en vruchten met twee kernen, in plaats van één.

Gebruik en toepassingen

De hele jonge, lichtgroene malse blaadjes zijn rauw goed te eten, zo van de struik of in salades. De volwassen bladeren zijn te stug om rauw te eten, maar er kan wel thee van worden gezet of de bladeren kunnen gebruikt worden bij de bereiding van kruidenwijn. Alle onderdelen van de plant worden medicinaal gebruikt, van oudsher vooral bij hartklachten. De verbeterde doorbloeding van de hartkransaders en bloeddrukverlagende werking bij gebruik van de meidoorn zijn inmiddels wetenschappelijk aangetoond. De sterk geurende roomwitte bloesems van de meidoorn zijn te gebruiken als garnering van salades, nagerechten of drankjes. Ze kunnen ook als basis dienen voor sorbets, siroop of (mousserende) wijn. Gemengd met suiker, kunnen er andere gerechten mee worden gearomatiseerd.

De groene meidoornbesjes verkleuren in augustus, september naar vuurrood. Ze lijken wat op rozenbottels, maar dan kleiner en ronder en vaak ook dieper rood. De bessen worden wel denigrerend ‘meelbes’ genoemd. De melige smaak van die bes verklaard die bijnaam evenals verschillende gezegden als ‘Zijn wijsheid is nog geen bes van een meidoorn waard’. Maar ook: ‘als alle vruchten mislukken, zijn de meidoornbessen welkom’. Meidoornbessen zijn kortom eetbaar, maar je moet er wel wat van maken. Na de eerste vorst verbetert de smaak wat, maar de kans is wel groot dat de vogels de bessen dan al hebben opgegeten.