Wilgenroosje

Uit Wildpluk wiki
Versie door OZZ (overleg | bijdragen) op 25 jul 2018 om 18:47
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Wilgenroosje, Chamerion angustifolium, is een veel voorkomende 30-150 cm hoge kruidachtige plant uit de teunisbloemfamile. Als je in de zomer roze/purperen bloeiende planten ziet, is er een goeie kans dat het wilgenroosje is.

bron:Bosbaas

Haar langwerpige blad lijkt op wilgenblad, vandaar wilgenroosje. In het Engels wordt ze daarom willow-herb genoemd. In Noord America wordt zij ook wel fire-weed genoemd, omdat zij als één van de eerste planten groeit na een bosbrand.

Kenmerken en voorkomen

Wilgenroosje groeit overal in Nederland, maar doet het extra goed op verstoorde grond, kap-vlakten en op plekken waar bosbrand is geweest. Je vind haar ook op andere open plekken zoals bosranden, langs wegen, in weilanden etc.

Wilgenroosje verschijnt in het voorjaar met enkele groene bladeren, met een duidelijke witte centrale nerf, net als haar familielid teunisbloem. In het late voorjaar schiet de plant omhoog met een kale rode/roze stengel die onderaan nauwelijks bladeren bevat.

bron:Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Georg Sturm (1796) Oleanderröschen via http://wilde-planten.nl

De bladeren staan verspreid zijn smal en lancetvormig, met een meestal gave bladrand en witte middennerf. De nerven zijn geveerd en zijn aan de uiteinden met elkaar verbonden. Aan de onderzijde is het blad groen tot blauwgroen.

Vanaf juni tot september bloeit de plant met 2-3 cm grote paarse/purper/roze bloemen die in trosjes staan. De bovenkant van de tros is spits en bevat ongeopende bloemknoppen. De bloemen gaan één voor één open van onder naar boven en buigen opzij als ze bloeien. Je kijkt dus altijd recht in de bloem. Soms vindt je helemaal beneden al bevruchte lange spitse rode zaaddozen. Die barsten open en hebben zaadpluis die door de wind verspreid wordt.

Wilgenroosje staat zelden alleen. Een groep planten is vaak één plant doordat ze uit wortelstokken groeien die meerdere uitlopers tegelijk hebben.

Gebruik en toepassingen

In elke levensfase heeft de plant wel iets eetbaars te bieden

Jonge Scheuten

De jonge scheuten inclusief blad kun je rauw eten, maar zijn lekkerder als je ze 5-10 minuten kookt, stoomt of smoort. Zo smaken ze als asperge. Van maart tot mei zijn de jonge scheuten het lekkerst en in hun geheel te eten. Daarna zijn ze nog eetbaar, maar kun je ze beter schillen. Of breek de stengel op de plek waar het met een knakgeluid breekt. Daarboven is het nog mals.

Blad

Het jonge voorjaarsblad is enigszins zuur en bitter en kan rauw, gestoofd of gebakken gegeten worden zoals spinazie. Ook kan er thee van gezet worden. Zowel vers, als zongedroogd blad kan gebruikt worden.

Gefermenteerd blad

In delen van Rusland en Canada worden de bladeren en bloemen ook gefermenteerd, gedroogd en heet het Ivan of Kapor thee. Het heeft vele gezonde eigenschappen en de meest beschrevenen zijn: werkt tegen astma, prostaatproblemen en rustgevend. Blad voor thee oogst je het beste net vóór tot aan het begin van de bloei. Gefermenteerde thee heeft een warmere en noot-achtige smaak dan het gewoon gedroogde blad. Het heeft frisse bloemige en fruitige tonen.

Merg

Als de plant in de vroege herfst begint te bloeien maar nog geen zaad heeft ontwikkelt kun je het merg eten. Het beste splijt/snij je de stengel in tweeën en schraap je het binnenste merg er uit. Dit smaakt naar komkommer en kun je zo uit de hand eten. Je kunt het ook als verdikkingsmiddel aan soepen en sauzen toevoegen. Of droog het en eet het als zoete snack.

Bloemen

De plant bloeit tussen juni en september. Van de mooie bloemen maak je siroop, jam, of ijs! Of je versiert je salade en soep ermee. Staat ook mooi in ijsblokjes!

Leuke weetjes

Haar pluizige zaad is bijzonder licht ontvlambaar en handig als aanmaakmateriaal (tondel) voor vuurtjes. Dat verklaart weer op een andere

manier haar naam “fireweed”. Tot slot kun je van haar vezelige stengels touw maken!

Recept

Gefermenteerde wilgenroosje thee

  • Pluk rond mei/juni een paar handenvol gaaf blad.
  • Laat het drogen, bijvoorbeeld enkele uren in de zon of een nacht op karton.
  • Neem de verwelkte bladeren en rol ze op tot een smalle bundel, zoals je een enorme shaggie zou draaien. Rol met flink wat kracht op een hard oppervlak de bladeren door en door zodat alle bladeren kneuzen en enzymen vrijkomen. Doe de "rolletjes" in een grote pan of ovenschaal en dek het af met een vochtige schone theedoek. Plaats de pan/ovenschaal op een warme plek van rond de 25 graden.
  • Laat de bladeren zo 48 uur staan. Zorg dat de doek niet helemaal uitdroogt.
  • Vervolgens de bladeren laten drogen.

Je kunt de thee mixen met citroen/sinaasappelschil

Bron: http://www.permies.com/t/48812/cooking/Fireweed-Leaf-Tea

Opmerking van de bosbaas: Je kunt de bladeren langer laten fermenteren, maar dan neemt de kans op schimmel toe.