Look-zonder-look
Look-zonder-look (Alliaria petiolata) kan 20 tot 100 cm hoog worden. De plant is gemakkelijk te herkennen aan zijn geur. Het fijnwrijven van het blad geeft namelijk een knoflookachtige geur. Naast de bladeren geven ook de bloemen, zaden en wortels deze geur af. De bladeren aan de voet van de plant zijn lang gesteeld. De bovenste bladeren zijn hartvormig en onregelmatig getand. De bladeren groeien al vrij vroeg in het jaar. De stelen zijn niet vertakt, en gaan meestal recht omhoog. De bloemen hebben vier kroonbladeren. Bij look-zonder-look zijn de kroonbladeren tweemaal zo lang als de kelkbladeren. De bloeitijd is van april tot juni.
Look-zonder-look groeit met name in de schaduw en op voedselrijke, vochtige grond in loofbossen, langs bospaden en beken.
Toepassingen
Blad
De jonge bladeren worden gebruikt als kruid of smaakversterker bij gekookt eten, zoals omeletten en quiches. Ook kun je de bladeren fijngehakt door salades, pesto of kruidenboter doen. De bloemen en zaadknoppen kunnen ook rauw worden gegeten. De oudere (grote) bladeren zijn vaak iets bitterder van smaak. Verzamelen: april-juli
Zaad
Het (zwarte) zaad van look-zonder-look laat zich vanaf het eind van de zomer gemakkelijk oogsten, en kan gebruikt worden om een 'wilde mosterd' van te maken, of als smaakmaker door brood. Verzamelen: augustus-november
-
Jonge look-zonder-look (10 april)