Zandkool
Zandkool – Rucola uit de duinen
In de duinen groeien uitbundig de grote en de kleine zandkool. De bladeren lijken op rucola en smaken vergelijkbaar. Grote zandkool wordt als wilde rucola verkocht.
Voorkomen
Grote zandkool (Diplotaxis tenuifolia) – vroeger was de naam gewone zandkool – en kleine zandkool (D.muralis ofwel muurzandkool) zijn twee verwante soorten die duidelijk te onderscheiden zijn. Grote zandkool is in alle opzichten robuuster: de hauw is 2-6 cm lang, de plant kan meer dan 1 meter hoog worden en de stengel verhout onderaan. Overal aan de stengel zitten bladeren. Dat heeft de kleine zandkool niet, die heeft alleen blad onderaan de stengel. Het belangrijkste kenmerk is het stukje steel tussen de kelkbladeren en de hauw. Bij de kleine zit de hauw direct op de kelkbladeren. Ze bloeien van de zomer tot in de herfst met opvallend citroengele bloemen. De standplaatsen komen overeen en zijn vooral in West-Nederland te vinden, maar de grote zandkool rukt al een flink eind naar het oosten op. Het zijn cultuurvolgers: langs bermen, tegen muren, in de duinen en op omgewerkte grond. Het oorspronkelijke gebied lag in Zuid-Europa.
Gebruik
Heerlijk om in de sla te gebruiken of bij een verse zelfgevangen makreel. Zie verder rucola.
Leuke weetjes
De bladeren van de grote en de kleine zandkool worden sinds de Romeinse tijd in het Middellandse Zeegebied gebruikt als groente in salades, maar ook gekookt als groente of gebakken in pizza's. De bladeren zijn rijk aan vitamine C en ijzer.
Diplotaxis betekent tweerijïg, naar de wijze waarop de zaden in de hauwen zitten.
De randen van de kroonbladen van de grote zandkool weerkaatsen UV-licht waardoor bijen worden aangetrokken.
De naamgeving van rucola, raket, zandkool en verwante soorten is nogal verwarrend. Zelfs Linnaeus heeft daaraan bijgedragen. Hij gaf de naam Brassica erucastrum zowel aan zandkool, schijnraket als aan muurbloemmosterd, terwijl Brassica nu de Latijnse naam is voor allerlei koolsoorten en zwarte mosterd.