Roomse kervel

Roomse kervel

Myrrhis odorata is een sterk geurende plant, zoals de wetenschappelijk naam ook aangeeft. Het is een meerjarige plant uit de schermbloemenfamilie. De witte bloemen zitten in grote schermen en bloeien van mei tot juli. De buitenste bloemen van de dichte schermen zijn stralend. De plant kan hoog worden, tot ruim anderhalve meter met grote twee tot drietallig geveerde bladeren die op varenbladeren lijken. De stengel is hol en gegroefd. Opvallend zijn de zaden: deze zijn 2,5 cm lang en smal, sterk geribd en vooral ook veel groter dan van planten die op roomse kervel lijken. Ze hebben net als de wortel een anijssmaak.

Voorkomen

Roomse kervel is van oorsprong een plant uit de berggebieden van het midden en Zuid-Europa. Momenteel komt hij verspreid in ons land voor, voornamelijk in de halfschaduw, aan bosranden, op beekoevers, in bermen en vochtige weiden. Planten zijn in Nederland niet vaak

Hondspeterselie

verwilderd te vinden.

Gebruik

Vroeger werden houten vloeren met het fijngemaakte zaad opgewreven zodat de heerlijke geur zich kon verspreiden. Honden- en slangenbeten werden met een aftreksel uit de wortels behandeld. Wortels worden gebruikt in salades of om er kruidenbrandewijn van te maken. Vers blad kan als smaakmaker toegevoegd worden aan jam van zure vruchten als appels, kruisbessen en berberis. In het voorjaar worden soepen ermee gekruid. Het geeft smaak aan kruudmoes ook wel kruutmoes, een stoofgerecht van karnemelk, gort, stukjes vlees, rozijnen en veel verse kruiden.

Leuke weetjes

Let op: Roomse kervel lijkt op enkele andere soorten schermbloemen, sommige daarvan zijn extreem giftig. Zoals de hondspeterselie (Aethusa cynapium) en de gevlekte scheerling (Conium maculatum) die een gevlekte stengel heeft. Dolle kervel (Chaerophyllum temulentum) is enigszins giftig en fluitenkruid kan allergische huidreacties geven. Deze laatste is echter minder robuust met veel kleinere zaden.

Gevlekte scheerling

In het Engels heet de plant Sweet cicely.

Recept

Recept van kruudmoes Laat 400 gram gort een nacht weken. Daarna de gort laten uitlekken en 2 uur in 2 liter karnemelk koken. Je kunt ook snelkokende gort gebruiken. Dat kost veel minder tijd. 500 gram stukjes vlees en worst toevoegen, evenals 250 gram rozijnen en dan nog een uur heel zachtjes koken. Op het laatst enkele takjes van allerlei klein gesneden kruiden en wat zout toevoegen zoals roomse kervel, peterselie, venkel, selderie, dille en zuring. Serveren met stroop.