Klein hoefblad: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Deze pagina bevat nog geen tekst, help ons door dit artikel te starten! *Bloem > Si, Th '''Verzamelen: maart-april''' *Blad > Gr, Sn, Sa '''Verzamelen: mei-juni'''...') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(12 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Klein hoefblad.jpg|thumb|400px]]Het klein hoefblad (Tussilago farfara) is een circa 30 cm hoge vaste plant. Elke stengel draagt een bloemhoofdje met een doorsnee van 2-3 cm. De bladeren van deze plant verschijnen pas na de bloei. Tijdens de bloei zijn de bladeren beperkt tot korte, groene of rode schubjes langs de stengel. Na de bloei ontwikkelen deze zich tot hartvormig of ronde en getande bladeren en staan in een rozetvormige krans rond de steel. De bladeren zijn aan de onderkant viltig behaard. Van een afstandje ziet het klein hoefblad er uit als een paardenbloem, maar aan de typerende steel is hij goed te herkennen. | |||
De bloeitijd begint gewoonlijk in maart en april, maar bij gunstig weer al in februari. De favoriete grond van het klein hoefblad bestaat uit leemachtige grond. | |||
==Toxiciteit== | |||
Het klein hoefblad werd vroeger veel gebruikt als (effectief) middel tegen hoesten en verkoudheid. De plant bevat echter pyrrolizidine alkaloïden, wat betekent dat hij kankerverwekkend is. Deze stof wordt opgeslagen in de lever en kan bij langdurig gebruik uiteindelijk leverkanker of andere leveraandoeningen veroorzaken. | |||
==Leuke weetjes== | |||
Groot hoefblad (Petasites hybridus) is geen directe verwant van klein hoefblad maar heeft veel overeenkomsten. Groot hoefblad bloeit ook heel vroeg in het voorjaar en ook bij deze soort verschijnen de bloemen voor de bladeren. Bij groot hoefblad worden de bladeren doorgaans nog veel groter dan die van klein hoefblad. | |||
[[Bestand:Klein hoefblad_blad.JPG|thumb|400px|right|Blad van klein hoefblad]] | |||
[[Bestand:Groot hoefblad.JPG|thumb|400px|left|Blad van groot hoefblad]] | |||
De bladeren van beide soorten lijken veel op elkaar. Door de verschillende nervatuur zijn ze te onderscheiden: bij klein hoefblad lopen de nerven meteen uiteen vanuit het punt waar de bladschijf aan de stengel zit. De nerven van groot hoefblad lopen eerst rood gekleurd een stukje langs de bladrand voordat ze zich als vingers uitspreiden. | |||
Verschillen zijn er ook: de bloemen lijken helemaal niet op elkaar. Groot hoefblad heeft paars-roze bloemen en is tweehuizig, heeft dus de mannetjes en de vrouwtjes op aparte bloemen. De bloemen van klein hoefblad zijn tweeslachtig en geel. | |||
Op sommige plekken aan de waterkant verschijnen in het voorjaar: wit hoefblad (Petasites albus), een stinsenplant en Japans hoefblad (Petasites japonicus). Ze hebben witte bloemen. '''Bij alle petasites-soorten zijn de wortels en de bladeren licht giftig.''' | |||
==Toepassingen== | |||
===Bloemen=== | |||
De bloemknoppen en de jonge bloemen kunnen rauw of gekookt gegeten worden. Door hun anijsachtige smaak geven ze een typische aromatische smaak aan salades. Ook kan er siroop of gelei van gemaakt worden. | |||
'''Verzamelen: maart-april''' | '''Verzamelen: maart-april''' | ||
===Bladeren=== | |||
De jonge bladeren kunnen aan salades of soepen worden toegevoegd of als groenten worden gekookt. De bladeren hebben een bittere smaak tenzij zij na het koken worden afgespoeld. Van zowel verse als gedroogde bladeren en bloemen kan een aromatische thee worden gezet. | |||
'''Verzamelen: mei-juni''' | '''Verzamelen: mei-juni''' | ||
Huidige versie van 22 feb 2021 om 18:31
Het klein hoefblad (Tussilago farfara) is een circa 30 cm hoge vaste plant. Elke stengel draagt een bloemhoofdje met een doorsnee van 2-3 cm. De bladeren van deze plant verschijnen pas na de bloei. Tijdens de bloei zijn de bladeren beperkt tot korte, groene of rode schubjes langs de stengel. Na de bloei ontwikkelen deze zich tot hartvormig of ronde en getande bladeren en staan in een rozetvormige krans rond de steel. De bladeren zijn aan de onderkant viltig behaard. Van een afstandje ziet het klein hoefblad er uit als een paardenbloem, maar aan de typerende steel is hij goed te herkennen.
De bloeitijd begint gewoonlijk in maart en april, maar bij gunstig weer al in februari. De favoriete grond van het klein hoefblad bestaat uit leemachtige grond.
Toxiciteit
Het klein hoefblad werd vroeger veel gebruikt als (effectief) middel tegen hoesten en verkoudheid. De plant bevat echter pyrrolizidine alkaloïden, wat betekent dat hij kankerverwekkend is. Deze stof wordt opgeslagen in de lever en kan bij langdurig gebruik uiteindelijk leverkanker of andere leveraandoeningen veroorzaken.
Leuke weetjes
Groot hoefblad (Petasites hybridus) is geen directe verwant van klein hoefblad maar heeft veel overeenkomsten. Groot hoefblad bloeit ook heel vroeg in het voorjaar en ook bij deze soort verschijnen de bloemen voor de bladeren. Bij groot hoefblad worden de bladeren doorgaans nog veel groter dan die van klein hoefblad.
De bladeren van beide soorten lijken veel op elkaar. Door de verschillende nervatuur zijn ze te onderscheiden: bij klein hoefblad lopen de nerven meteen uiteen vanuit het punt waar de bladschijf aan de stengel zit. De nerven van groot hoefblad lopen eerst rood gekleurd een stukje langs de bladrand voordat ze zich als vingers uitspreiden. Verschillen zijn er ook: de bloemen lijken helemaal niet op elkaar. Groot hoefblad heeft paars-roze bloemen en is tweehuizig, heeft dus de mannetjes en de vrouwtjes op aparte bloemen. De bloemen van klein hoefblad zijn tweeslachtig en geel.
Op sommige plekken aan de waterkant verschijnen in het voorjaar: wit hoefblad (Petasites albus), een stinsenplant en Japans hoefblad (Petasites japonicus). Ze hebben witte bloemen. Bij alle petasites-soorten zijn de wortels en de bladeren licht giftig.
Toepassingen
Bloemen
De bloemknoppen en de jonge bloemen kunnen rauw of gekookt gegeten worden. Door hun anijsachtige smaak geven ze een typische aromatische smaak aan salades. Ook kan er siroop of gelei van gemaakt worden.
Verzamelen: maart-april
Bladeren
De jonge bladeren kunnen aan salades of soepen worden toegevoegd of als groenten worden gekookt. De bladeren hebben een bittere smaak tenzij zij na het koken worden afgespoeld. Van zowel verse als gedroogde bladeren en bloemen kan een aromatische thee worden gezet.
Verzamelen: mei-juni