Gewoon speenkruid: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Gewoon speenkruid (640x585).jpg|thumb| | [[Bestand:Gewoon speenkruid (640x585).jpg|thumb|400px|right|Gewoon speenkruid]] | ||
Gewoon speenkruid, Ranunculus ficaria, is een laag groeiende plant van de ranonkelfamilie. Ook de boterbloem maakt deel uit van deze familie. De soortaanduiding ‘ficara’ komt van het Latijnse ‘ficus’ dat vijg betekent. Gewoon speenkruid verschijnt vroeg in het voorjaar als er nog geen bladeren aan de bomen zitten. De eerste zonnestralen weten dan nog de bosgrond te bereiken. Eerst bedekt het plantje de bodem met een donkergroen tapijt. En later met gele, sterachtige bloemetjes. | Gewoon speenkruid, Ranunculus ficaria, is een laag groeiende plant van de ranonkelfamilie. Ook de boterbloem maakt deel uit van deze familie. De soortaanduiding ‘ficara’ komt van het Latijnse ‘ficus’ dat vijg betekent. Gewoon speenkruid verschijnt vroeg in het voorjaar als er nog geen bladeren aan de bomen zitten. De eerste zonnestralen weten dan nog de bosgrond te bereiken. Eerst bedekt het plantje de bodem met een donkergroen tapijt. En later met gele, sterachtige bloemetjes. | ||
==Kenmerken en voorkomen== | ==Kenmerken en voorkomen== | ||
Gewoon speenkruid komt zeer algemeen in Nederland en Europa voor in vochtige, voedselrijke bossen en met heggen beplante wallen. Hoewel meestal plaatselijk. Het plantje groeit laag bij de grond met donkergroene hartvormige blaadjes. Omdat het zo vroeg in het jaar verschijnt, is het makkelijk te herkennen. | Gewoon speenkruid komt zeer algemeen in Nederland en Europa voor in vochtige, voedselrijke bossen en met heggen beplante wallen. Hoewel meestal plaatselijk. Het plantje groeit laag bij de grond met donkergroene hartvormige blaadjes. Omdat het zo vroeg in het jaar verschijnt, is het makkelijk te herkennen. | ||
In de maanden maart tot mei bloeit het met 8 tot 12 smalle gele kroonbladen. Na de bloei worden zowel de bladeren als de wortels giftig. De giftige stof heet protoanemonine. De plantdelen krijgen dan een brandende scherpe smaak. Hierna sterft het plantje bovengronds af. | [[Bestand:Gewoon speenkruid.jpg|thumb|400px|right|Bloeiend]]In de maanden maart tot mei bloeit het met 8 tot 12 smalle gele kroonbladen. Na de bloei worden zowel de bladeren als de wortels giftig. De giftige stof heet protoanemonine. De plantdelen krijgen dan een brandende scherpe smaak. Hierna sterft het plantje bovengronds af. | ||
==Gebruik en toepassingen== | ==Gebruik en toepassingen== | ||
Regel 19: | Regel 19: | ||
==Recept== | ==Recept== | ||
[[Bestand:Beignets_van_speenkruid_(640x640).jpg|thumb| | [[Bestand:Beignets_van_speenkruid_(640x640).jpg|thumb|400px|right|Beignets van speenkruid]] | ||
''' | '''BEINGNETS van SPEENKRUID''' | ||
Door: Jacqueline Raaijmakers | Lunchgerecht voor 4 PERS, kooktijd 30 minuten. Door: Jacqueline Raaijmakers van Woman into the wild | ||
'''Ingrediënten''' | |||
* 4 handen vol (gewassen) speenkruid | |||
* 80 g boter | |||
* 120 g zelfrijzend bakmeel | |||
* 1 ei | |||
* 1,5 dl melk | |||
* zout & peper | |||
* geraspte kaas | |||
* olie | |||
Gebruik het hele plantje (wortel en blad). Het schoonmaken van speenkruid kost veel tijd. Was het speenkruid eerst twee keer onder stromend water. Daarna de kleine worteltjes verwijderen en nog een keer wassen. Blancheer het speenkruid kort (1-2 min) in kokend water. Daarna afspoelen met koud water. Goed uit laten lekken. Hierna grof snijden. | |||
Klop het ei los met de melk, zout, peper en een scheutje olie. Hierna het zelfrijzend bakmeel erdoor roeren. Het deegmengsel moet ongeveer zo dik zijn als oliebollenbeslag. Als het te dun is, dan nog wat meel toevoegen. | |||
Het speenkruid samen met de geraspte kaas door het beslag mengen. Met een lepel vorm je er kleine beignets van. In 3 porties van 4 stuks bak je ze in de olie, in 5-8 minuten, aan beide zijden goudbruin. De beignets zijn lekker met een -al dan niet wildgeplukte- salade en gebakken aardappeltjes. | |||
[[Categorie: Februari]] | [[Categorie: Februari]] | ||
[[Categorie: Maart]] | [[Categorie: Maart]] |
Huidige versie van 23 jul 2018 om 18:33
Gewoon speenkruid, Ranunculus ficaria, is een laag groeiende plant van de ranonkelfamilie. Ook de boterbloem maakt deel uit van deze familie. De soortaanduiding ‘ficara’ komt van het Latijnse ‘ficus’ dat vijg betekent. Gewoon speenkruid verschijnt vroeg in het voorjaar als er nog geen bladeren aan de bomen zitten. De eerste zonnestralen weten dan nog de bosgrond te bereiken. Eerst bedekt het plantje de bodem met een donkergroen tapijt. En later met gele, sterachtige bloemetjes.
Kenmerken en voorkomen
Gewoon speenkruid komt zeer algemeen in Nederland en Europa voor in vochtige, voedselrijke bossen en met heggen beplante wallen. Hoewel meestal plaatselijk. Het plantje groeit laag bij de grond met donkergroene hartvormige blaadjes. Omdat het zo vroeg in het jaar verschijnt, is het makkelijk te herkennen.
In de maanden maart tot mei bloeit het met 8 tot 12 smalle gele kroonbladen. Na de bloei worden zowel de bladeren als de wortels giftig. De giftige stof heet protoanemonine. De plantdelen krijgen dan een brandende scherpe smaak. Hierna sterft het plantje bovengronds af.
Gebruik en toepassingen
Zowel het blad als de wortels kunnen gebruikt worden. Let er wel op om beiden voor de bloei te plukken of uit te graven.
Blad: Het blad zit vol met vitamine C en werd vroeger geplukt om scheurbuik te voorkomen of te bestrijden. Het wordt veel gebruikt in salades en als extra groen broodbeleg.
Wortels: De wortels kun je opgraven als er veel speenkruid aanwezig is en je er voldoende van laat staan. Het is wel een heleboel werk om ze schoon te maken. Het is wel aan te raden om ze even te blancheren om ze iets zachter te maken. Het blad kun je er gewoon aan laten zitten. In de volksgeneeskunde worden de wortels ook gebruikt tegen aambeien.
Bloemknopjes: Deze kun je inmaken als kappertjes.
Weetjes
Oude namen voor deze plant zijn ‘vijgwortel’, ‘oaneklootjes’ en ‘katteklootjes’. Speenkruid heet zo, omdat de worteltjes de vorm van een speen kunnen hebben. Maar de naam zou ook kunnen zijn afgeleid van de toepassing tegen aambeien oftewel speen.
Recept
BEINGNETS van SPEENKRUID
Lunchgerecht voor 4 PERS, kooktijd 30 minuten. Door: Jacqueline Raaijmakers van Woman into the wild
Ingrediënten
- 4 handen vol (gewassen) speenkruid
- 80 g boter
- 120 g zelfrijzend bakmeel
- 1 ei
- 1,5 dl melk
- zout & peper
- geraspte kaas
- olie
Gebruik het hele plantje (wortel en blad). Het schoonmaken van speenkruid kost veel tijd. Was het speenkruid eerst twee keer onder stromend water. Daarna de kleine worteltjes verwijderen en nog een keer wassen. Blancheer het speenkruid kort (1-2 min) in kokend water. Daarna afspoelen met koud water. Goed uit laten lekken. Hierna grof snijden. Klop het ei los met de melk, zout, peper en een scheutje olie. Hierna het zelfrijzend bakmeel erdoor roeren. Het deegmengsel moet ongeveer zo dik zijn als oliebollenbeslag. Als het te dun is, dan nog wat meel toevoegen. Het speenkruid samen met de geraspte kaas door het beslag mengen. Met een lepel vorm je er kleine beignets van. In 3 porties van 4 stuks bak je ze in de olie, in 5-8 minuten, aan beide zijden goudbruin. De beignets zijn lekker met een -al dan niet wildgeplukte- salade en gebakken aardappeltjes.