Weegbree: verschil tussen versies

Uit Wildpluk wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 27: Regel 27:
  
 
'''Verzamelen: vooral in het voorjaar en vroege zomer of het milde einde van een winter'''
 
'''Verzamelen: vooral in het voorjaar en vroege zomer of het milde einde van een winter'''
 +
  
 
* De knopjes kun je plukken, voordat ze zijn verdroogd en taai zijn geworden, inmaken, zie recept.
 
* De knopjes kun je plukken, voordat ze zijn verdroogd en taai zijn geworden, inmaken, zie recept.

Versie van 10 jun 2020 om 11:54

Smalle weegbree, foto Frank Radder
Grote weegbree die hetzelfde te gebruiken is als de smalle
Er zijn voor zover ik weet drie eetbare soorten weegbree. Smalle weegbree, grote weegbree en hertshoornweegbree. Smalle en grote weegbree lijken qua smaak en structuur culinair gezien erg op elkaar. Hertshoornweegbree groeit op zilte grond en heeft daardoor een wat zoutige smaak die ik erg lekker vind. Er zijn nog meer soorten zoals de zandweegbree, zeeweegbree en de ruige weegbree. Die komen lang niet overal in Nederland voor.

Smalle weegbree (Plantago lanceolata) is een overblijvende plant en wordt 10 tot 80 cm hoog. De bladeren staan allemaal in een bladrozet. Ze zijn lancetvormig en in voedselrijke omstandigheden staan ze opgericht. Onder schrale omstandigheden zijn ze kleiner, ronder van vorm en liggen ze plat tegen de grond.

Smalle weegbree begint in de voorzomer te bloeien en er zijn tot in de herfst bloeiende exemplaren te vinden. De aar staat op een gegroefde steel en is wat groen-bruinig van kleur. De witte helmknoppen die op de helmdraden relatief ver buiten de aar staan steken hiertegen af. De bloempjes hebben doorschijnende kroonslipjes met een bruine streep. De bloempjes produceren drie zaden. De aar is bij planten in voedselarme omstandigheden korter en boller van vorm.

De plant groeit op zonnige, open tot grazige plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke grond en is o.a.te vinden langs oevers, bij ruderale gronden, akkers en omgewerkte grond.


Hertshoornweegbree (Plantago coronopus) heeft bladeren die veelal lijnvormig zijn en een bladrozet vormen waarin de bladeren omhoog staan of plat op de grond liggen. Sommige bladeren zijn wat breder en dan zijn ze veervormig. De bloei is van juni tot september. Het is een zoutminnende plant die van oorsprong alleen aan de kust te vinden was met een voorkeur voor open, vochtige en voedselrijke plekken. Nu is de soort in heel Nederland te zien vooral op plaatsen waar wegenzout stagneert zoals aan de rand van wegen en op vluchtheuvels.

Grote weegbree (Plantago major) heeft twee ondersoorten: de Grote weegbree (P.major major) en de Getande weegbree (P. major intermedia). Het verschil zit in de vorm van de bladeren. De bladeren van de grote weegbree hebben een brede bladschijf die plotseling versmalt naar de lange steel. De bladeren van de getande weegbree versmallen geleidelijk naar de steel toe. Ze zijn vaak gegolfd en ook getand. Ze hebben minder nerven (3-5) dan die van de grote weegbree (5-9). De bloeiaar is bij de grote weegbree heel lang en dichtbloemig, die van de getande weegbree is korter en zeker onderaan minder dicht met bloemen bezet. De grote weegbree is in heel Nederland een zeer algemene tredplant, terwijl de getande weegbree nog niet overal groeit maar zich wel aan het uitbreiden is.


Toepassingen

De zeer jonge bladeren kun je rauw eten, bijv op een boterham. Smaakt aards. Oudere bladeren zijn wat bitter en lastig om te bereiden. De vezels kunnen het best vlak voor het eten worden verwijderd, vaak kun je het blad wel tussen de nerven uitrissen. Bij Grote Weegbree(Plantago major) gaat dat makkelijker. De zaden kunnen tot poeder worden vermalen en aan bloem worden toegevoegd.

Geneeskrachtige toepassingen

Smalle weegbree heeft antibiotische, ontstekingsremmende, verzachtende, mild laxerende en vochtafdrijvende eigenschappen. Gekneusde bladeren helpen bij een snelle genezing van wonden en door heet water verbrande huid, bij zwellingen en insectensteken. Verse bladeren moeten kort voor de bloei worden verzameld en goed worden gedroogd. Een thee of siroop helpt bij ontsteking in de keel en de bovenste luchtwegen en wordt aanbevolen als middel tegen hoesten en verkoudheid. Een kompres van geweekte zaden of het verse sap verdund met kamillethee helpt bij zweren, hoofdpijn en oog- en oorontsteking. Door de zaden in koud water te wellen kan het water ongezeefd na twee uur worden gedronken als middel tegen lichte diarree.


  • Jong blad te gebruiken als groente, met beslag frituren, in thee en in salades. Ook te gebruiken in soepen en om siroop van te maken. Voor de bloei het meest smaakvol/mals. Oudere bladeren eerst afkoken ivm de sterke en bittere smaak.

Verzamelen: vooral in het voorjaar en vroege zomer of het milde einde van een winter


  • De knopjes kun je plukken, voordat ze zijn verdroogd en taai zijn geworden, inmaken, zie recept.
hertshoornweegbreeknopjes
Verzamelen: vooral juni juli


Recept

Ingemaakte (hertshoorn)weegbreeknopjes

  • 2 eetl. (hertshoorn)weegbreeknopjes
  • 1 eetl. gedroogde vadouvan
  • 1 eetl. rijstazijn
  • 1 eetl. water
  • 4 eetl. zonnebloemolie

Pluk de weegbreeknopjes voor ze uitgebloeid zijn. Was ze en doe ze bestrooid met een beetje zout in een vergiet. Ondertussen laat je de vadouvan heel zachtjes trekken in de azijn en water. Doe na 10 minuten de olie er bij en laat een half uur bij 90 graden trekken. Leg nu de knopjes in een schoon potje en giet de hete olie, door een zeef, er over heen. Laat in een oven van 95 graden een kwartier staan met de deksel er losjes op. Schroef nu de deksel dicht en laat nog een kwartier “wecken”.

Roel van Kollem