Teunisbloem: verschil tussen versies

Uit Wildpluk wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 1: Regel 1:
  
Het geslacht Oenothera omvat in Nederland enkele soorten. De soorten vormen veel bastaarden en zijn niet altijd duidelijk van elkaar te onderscheiden. Over het algemeen is de grote teunisbloem (Oenothera glazioviana) goed te herkennen. Deze heeft rood getinte kelkbladen en rode knobbeltjes aan de forse stengel. Bij een geopende bloem hangen de vier stempels uit de bloem. De middelste teunisbloem (O. biennis) heeft groene kelkbladen en weinig rode accenten op de stengel.
+
[[Bestand:Teunisbloem.jpg|thumb|200px|right]]Het geslacht Oenothera omvat in Nederland enkele soorten. De soorten vormen veel bastaarden en zijn niet altijd duidelijk van elkaar te onderscheiden. Over het algemeen is de grote teunisbloem (Oenothera glazioviana) goed te herkennen. Deze heeft rood getinte kelkbladen en rode knobbeltjes aan de forse stengel. Bij een geopende bloem hangen de vier stempels uit de bloem. De middelste teunisbloem (O. biennis) heeft groene kelkbladen en weinig rode accenten op de stengel.
 
In de duinen komt de duinteunisbloem (O. parviflora = armbloemig) voor. Deze blijft over het algemeen veel lager dan de overige soorten. Voor de bloei hangt de bloeiwijze naar beneden. Deze lijkt veel op de zandteunisbloem (O.deflexa) die een bloeiwijze heeft die rechtop staat, ook vóór de bloei.
 
In de duinen komt de duinteunisbloem (O. parviflora = armbloemig) voor. Deze blijft over het algemeen veel lager dan de overige soorten. Voor de bloei hangt de bloeiwijze naar beneden. Deze lijkt veel op de zandteunisbloem (O.deflexa) die een bloeiwijze heeft die rechtop staat, ook vóór de bloei.
  

Versie van 19 jun 2016 om 10:03

Teunisbloem.jpg
Het geslacht Oenothera omvat in Nederland enkele soorten. De soorten vormen veel bastaarden en zijn niet altijd duidelijk van elkaar te onderscheiden. Over het algemeen is de grote teunisbloem (Oenothera glazioviana) goed te herkennen. Deze heeft rood getinte kelkbladen en rode knobbeltjes aan de forse stengel. Bij een geopende bloem hangen de vier stempels uit de bloem. De middelste teunisbloem (O. biennis) heeft groene kelkbladen en weinig rode accenten op de stengel.

In de duinen komt de duinteunisbloem (O. parviflora = armbloemig) voor. Deze blijft over het algemeen veel lager dan de overige soorten. Voor de bloei hangt de bloeiwijze naar beneden. Deze lijkt veel op de zandteunisbloem (O.deflexa) die een bloeiwijze heeft die rechtop staat, ook vóór de bloei.

Kenmerken en voorkomen

Teunisbloem die knalgele bloemen heeft, behoort met wilgenroosje en de basterdwederik – beide met rose-lila bloemen - tot de familie van de teunisbloemen. De planten uit deze familie zijn te herkennen aan de lange smalle kelkbuis onderaan de bloemen. Een teunisbloem heeft open grond nodig om te ontkiemen. De plant is tweejarig: In het eerste jaar ontstaat een wortelrozet waarmee de plant de winter doorkomt. In de zomer daarna schiet de stengel omhoog en gaat hij bloeien. Na de bloei sterft de plant af. Sinds 1990 is de grote teunisbloem vrijwel in heel Nederland te vinden behalve op de zware kleigronden. De verspreiding van de overige drie soorten is minder algemeen. Deze komen voor op minder voedselrijke bodem en zijn te vinden in niet-voedselrijke bermen, langs spoorlijnen, havengebieden en op industrieterreinen.

De bloemen zijn doorgaans al voor het opengaan in de knop bestoven. Toch trekken ze met hun geur en aanlokkelijke kroonbladen allerlei insecten aan.

Gebruikstoepassingen

Jonge bladeren en stengels kun je eten als groente. De éénjarige wortels kun je schillen, in stukken snijden en vervolgens 10 minuten koken (dit smaakt een beetje naar ham vandaar ook de Franse naam "vegetarische ham"). Lekker in stamppotten, stoofschotels, of als soepgroente. Ook bakken of wokken is lekker. De zaden kunnen een knapperig accent geven aan een salade. Schudt ze daarvoor uit de zaaddozen. De bloemen zijn als decoratie te gebruiken.

Leuke weetjes

Je moet op een zomeravond tegen schemering eens naast zo’n plant gaan zitten en beleven dat de bloemen opengaan. Het is een schitterend schouwspel om te zien hoe eerst een naad van de knop openscheurt. Dat zorgt ervoor dat een van de knalgele bloemblaadjes eruit gaat hangen. Het duurt een kwartiertje voordat heel langzaam de rest van de bloem open rolt. De bloemblaadjes zitten als het ware opgerold in de knop. En dan ineens is de bloem helemaal open. Ze verspreiden ’s nachts een heerlijke geur die de nachtbrakers onder de insecten aanlokt. De volgende morgen hangt die prachtige bloem enigszins verwelkt neer. Maar niet getreurd: er staan alweer nieuwe bloemen te popelen om de volgende avond open te gaan. Aan iedere zijtak komt elke dag een nieuwe bloem tevoorschijn. Dit zal doorgaan tot het te koud wordt. Soms zie je tot in november bloemen aan de teunisbloem. De vruchten springen van boven open en vormen zo een bekertje met zaden. In de wintermaanden worden die veelvuldig door mezen bezocht. Laat de uitgebloeide bloemen en zaden tot het volgende voorjaar aan de plant zitten.

Informatie van de hier vermelde link is gebruikt bij het maken van dit artikel. Daar is nog wat meer informatie te vinden: [1]


Jong blad en stengels.

Verzamelen: april-mei


Éénjarige wortels.

Verzamelen: juli-augustus


Bloemen.

Verzamelen: juni-juli