Cypergras

Uit Wildpluk wiki
Versie door OZZ (overleg | bijdragen) op 29 jan 2019 om 16:51
Ga naar: navigatie, zoeken

Cypergras

Knolcyperus

Cypergras is een van de geslachten uit de omvangrijke Cypergrassenfamilie, die voor de helft uit zegges bestaat (Wikipedia: Zegge (Carex) is een geslacht van zowel bladverliezende als groenblijvende overblijvende kruiden met een grasachtige groeivorm). Ook wollegras en waterbiezen horen bij deze familie. In Nederland is een beperkt aantal cypergras-soorten te vinden en ze komen ook niet algemeen voor. Het zijn voornamelijk planten die het in de tropen goed doen. De verschillende soorten zijn niet altijd goed te onderscheiden, zeker de niet-bloeiende. Voor boeren zijn het lastige gewassen. Ze hebben weinig voedingswaarde en door het hoge kiezelzuurgehalte, ruwe stengels en bladeren.

Bruin cypergras, staat op de rode lijst

Voorkomen

‘’Knolcyperus (Cyperus esculentus)’’ De knolcyperus heeft zijn naam te danken aan de knolvormige uiteinden van de dunne wortelstokken. In Nederland maakt een plant 500 knolletjes, in warmere streken zijn dat er veel meer. Hierin is het reservevoedsel voor de plant opgeslagen omdat de bovengrondse delen geheel afsterven. De stengel is driekantig, de kafjes strokleurig. De wortelstokken zorgen voor vegetatieve vermeerdering, de plant bloeit wel maar ontwikkelt weinig zaad. Deze soort is vooral te vinden op maïsakkers, in aardappelvelden en in de lelieteelt. Door grondverzet en met de loop van de rivieren worden de knolletjes gemakkelijk verspreid.

‘’Rood cypergras (Cyperus longus)’’ Deze soort, genoemd naar de roodbruine kafjes, heeft lange stevige wortelstokken en kan erg hoog worden. Rood cypergras is op een aantal plaatsen in Nederland ingeburgerd. Het komt voor in moerassen en langs oevers van vijvers en sloten. Oorspronkelijk uit Midden- en Zuid-Europa en het Middellandse Zeegebied. Het heet in het Engels zoet cypergras naar de aromatisch geurende wortelstokken waarmee het zich onderscheid van andere soorten.

Gebruik

Van knolcyperus zijn de knollen eetbaar. Een cultuurvorm ervan is als voedingsgewas aangeplant. Ze worden aardamandel, tijgernoot of chufa genoemd en zijn olie- en suikerhoudend. Deze zeer vorstgevoelige planten bloeien zelden en hebben kortere wortelstokken dan de wilde variant. De knollen worden geroosterd en smaken als hazelnoten. In Spanje maakt men er een lactose-vrije melk van: horchata.

De tot poeder vermalen en gedroogde wortels van rood cypergras waren een vervanging van Thaise gember ofwel laos. Al in de 14e eeuw maakte men er een saus van die werd bereid met brood, azijn, gember en kaneel. Deze saus werd gebruikt om ganzen mee te vullen en als marinade voor varkensvlees en gebruikt in zogenaamde hastellettes, (een gebruik van de jacht om aan de notabelen van het dorp de meest gewaardeerde stukken vlees, hart, schouder en hoofd, aan te bieden). De wortels zijn te gebruiken in plaats van mierikswortel, omdat ze geuriger, milder en minder scherp zijn.

Leuke weetjes

De knolcyperus is in de jaren 80 naar ons land gekomen met de invoer van de knollen van gladiolen. Daarvan zijn ze met moeite te onderscheiden. Ze komen dus oorspronkelijk uit warmere gebieden. In het oorspronkelijke groeigebied werden de knollen ook wel ingezet als vervanger van koffiebonen.

Aardamandel, chufa of tijgernoot genoemd
Van cypergras zijn enkele kamerplanten in gebruik: de parapluplant (C.alternifolius) en de payrusplant (C.papyrus). De laatste van oorsprong Afrikaanse plant werd in de Oudheid en de Middeleeuwen ingezet bij de fabricage van papier.

Naast de twee genoemde soorten zijn in de Nederlandse flora nog drie cypergrassen te onderscheiden: geel, bruin en bleek cypergras. De gele en de bruine zijn van oorsprong inheems. Geel cypergras is al decennia nergens in Nederland gevonden. Bruin cypergras komt in het rivierengebied en in Zuid-Limburg voor. Bleek cypergras komt uit Amerika en is, verspreid over het land, hier en daar ingeburgerd.

Volgens sommigen komt cyperus van het Hebreeuwse woord kopher (hars) of van kyperos (een plant met een geurige wortel). De worstelstok van sommige Cyperus planten ruikt aromatisch en werd daarom in de parfumerie gebruikt.

Recepten

Kruidige tijgernoten

Ingrediënten

  • 100g gepelde chufa's
  • 1 el kokosolie
  • 2 tl kerrie
  • ½ tl gemalen komijnzaad
  • ½ tl zout

Bereiding Verhit de kokosolie in een hapjespan en bak hierin de chufa's eventjes aan. Voeg de kruiden en het zout toe en blijf nog 2-3 minuten omscheppen op een laag vuur. Laat de tijgernoten volledig afkoelen en bewaar ze tot gebruik in een afgesloten bakje in de koelkast.

Bron: eetpaleo.nl, auteur Marinka

Chufa-koekjes

Ingrediënten

  • 150 gr chufameel
  • 85 gr ongezouten roomboter
  • snuf zout
  • 25 gr kokosbloesemsuiker

Kneed alle ingrediënten in een kom tot een compact deegje. Maak er een bol van en leg dit 30 minuten in de koelkast. Maak vervolgens kleine balletjes van het deeg en leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat en druk ze een beetje plat. Bak ze op 170*C in 12-15 minuten goudbruin.

Variatietips

  • Voeg een stukje pure chocolade toe voor chocolate chip cookies.
  • Voeg geraspte verse gember en citroenrasp toe voor gemberkoekjes.
  • Voeg koekkruiden toe voor kruidnoten
  • Voeg alles toe voor de lekkerste chufa koekjes ooit!

Bron Yamglutenvrij.nl


  • Knollen te eten als groente (eerst schillen en koken)

Verzamelen: september-november