Viooltje

Uit Wildpluk wiki

Viooltje

De verschillende soorten viooltjes vormen samen de violenfamilie. De bloemen hebben vijf kroonbladen, waarvan de onderste drie vaak strepen vertonen waarmee insecten naar de nectar geleid worden. Het onderste kroonblad loopt uit in een spoor. De kroonbladen zijn tweezijdig symmetrisch gerangschikt. De bloemen hebben vijf oranje meeldraden. Opvallend is dat individuele bloemen vrij lang blijven bloeien.

De verschillende soorten viooltjes

Driekleurig viooltje – Viola tricolor Deze soort is meestal eenjarig, maar vergist zich ook wel eens. Hij heet dan wel driekleurig, soms echter overheerst slechts een kleur. De soort is zeer variabel. Tuinviooltjes zijn bastaarden van de tricolor met het akkerviooltje. De bloei is van april tot oktober. Het kleine plantje begint eerst langs de grond te groeien, pas later richt het zich op. In Nederland een algemene soort.

Tuinviooltje – Viola tricolor cv hortensis Deze is veel in het stadse milieu te vinden, op straat, bij muren, onder bomen, op tuinafval, in rommelhoekjes en op braakliggende terreinen. De grootbloemige soort heten pensees. Deze eigenschap is niet geërfd.

Duinviooltje – Viola tricolor artisii De naam geeft al aan dat het een ondersoort is van het driekleurig viooltje. De bladeren zijn vleziger omdat in de duinen de omstandigheden droger en winderiger zijn in het soms hete zand. Is langs de hele kust te vinden.

Zandviooltje – Viola rupertris De plant is bedekt met dunne grijze haren. Is in Noord Holland en Zuid Holland te vinden op noordhellingen van de duinen vlak achter het strand.

Maarts viooltje – Viola odorata Het is het enige viooltje met geurende bloemen. Deze soort bloeit heel vroeg, soms al in februari. Dan zijn er nog geen insecten die bloemen kunnen bestuiven. Daarom is het Maarts viooltje zelfbestuivend. Om zo vroeg te kunnen bloeien is het een overblijvende soort. Het niervormige blad groeit na de bloei verder uit. Dit viooltje komt verspreid over Nederland voor, maar is langs de rivieren en in Zuid Limburg inheems. In de rest van Nederland zijn vooral verwilderde exemplaren van aanplant te vinden. Het is een gewone stadsplant geworden die houdt van vochtige randen.

Akkerviooltje – Viola arvensis Dit is het enige viooltje dat uitsluitend eenjarig is, een eigenschap die handig is om mee te doen met de jaarlijkse cyclus op akkers. Het blad is lang en getand. De bloem roomwit met een gele vlek op het onderste kroonblad. De aderen op de kroonbladeren zijn paars. De bloem ontplooit zich alleen met volle zon. Akkerviooltjes zijn in heel Nederland te vinden.

Gele viool – Viola lutea De gele viool is in Nederland nauwelijks te vinden, wel op grazige plaatsen in de bergen. In Zuid Limburg aan de Geul komt de ondersoort V. Lutea calaminaria voor, zinkviooltje. Die is aangepast aan de bijzondere omstandigheden van de grote zinkconcentraties in de bodem.

Bleeksporig bosviooltje – Viola riviniana Het spoor van deze bloemen is lichter dan de kroonbladen die lila zijn. Het staat in loofbossen, op oude weiden en in de hei. Deze soort is minder zeldzaam dan het donkersporig bosviooltje – Viola reichenbachiana, die hier en daar in Zuid Limburg en de Achterhoek te vinden is. Ook het hondsviooltje – Viola canina - is met de bleeksporige viool te verwarren. Die staat echter op zure en meer open grond.

Overige soorten In Nederland komen nog ander soorten voor die aangepast zijn aan speciale standplaatsen. Melkviooltje – Viola persicifolia staat in blauwgraslanden, een biotoop die in Nederland bijzonder schaars is geworden. Hondsviooltje – Viola canina is een kustplant. Moerasviooltje – Viola palustris is een kleine plant met bleeklila bloemen en staat in moerassen en natte graslanden. Ruig viooltje – Viola hirta houdt van warmte, die te vinden is in Zuid Limburg en in de duinen.


Gebruik

Van het blad van driekleurig viooltje is thee te trekken. Drink er niet teveel van, want dit heeft braken tot gevolg. De bloemen zijn eetbaar en staan fleurig in salades. Aftreksel van het blad van viooltjes dient als hoestsiroop. Er is ook jam van te maken. Viooltjes helpen tegen kwalen van de ingewanden, de luchtwegen en tegen huiduitslag. Wassen met een extract maakt de huid fluweelzacht.

Leuke weetjes

De wilde soorten kunnen hybriden vormen met de tuinvormen. Deze tussenvormen zijn vaak onvruchtbaar. Als tuinviooltjes verwilderen dan keert de oorspronkelijke bloemkleur en -grootte terug. De naam Viola verwijst naar de kleur die het meest bij deze familie voorkomt: paars. Viooltjes hebben zaad dat verpakt is in een doosje dat in drie delen openspringt. Daardoor wordt het zaad een stukje verderop geslingerd. Om verzekerd te zijn van een nog grotere verspreiding heeft het zaad van de meeste viooltjessoorten een mierenbroodje: mieren zijn verzot op dit lekkere hapje en slepen het zaad mee richting mierennest. Meestal breekt het zaad echter voortijdig af. Het Maarts viooltje is een van de oudste sierplanten en werd al in de Oudheid als zodanig gebruikt. Bij sommige soorten groeit na de bloei het blad verder uit. Daardoor zijn deze planten soms minder goed als viooltje te herkennen. Dit verschijnsel komt vooral voor bij het Maarts viooltje, moerasviooltje en ruig viooltje.


  • Jonge blaadjes > Gr, Sn, Sm
  • Bloem > Sa, Si, olie

Verzamelen: maart-oktober